Rudy van Belkom introduceert in zijn handboek Het merk voorbij een methode om betekenis te kunnen geven aan organisaties. Deze methode is gebaseerd op zes pijlers:
Transparent, authentic, consistent, trustworthy, interactive, consious en service-oriented. De methode wordt in zijn boek de TACTICS-methode genoemd. Van Belkom stelt dat deze methode gebaseerd is op de evolutie in het communicatielandschap en de veranderende markt. Maar in hoeverre is deze methode bruikbaar? En zien we zijn theorie terug in de praktijk, oftewel bij het project ‘De Broodpater’. Op deze vragen zal kort ingegaan worden in deze reflectie op de TACTICS-methode van Van Belkom. De eerste twee pijlers zullen gebruikt worden in de reflectie: transparent en authentic.
Van Belkom ziet een verschuiving van materiële waarden naar immateriële waarden als het om het imago van bedrijven gaat. Bij materiële zaken moet je denken aan bijvoorbeeld de prijs en kwaliteit. Verantwoordelijkheid en betrokkenheid zijn voorbeelden van immatierële waarden.Volgens Van Belkom gaat na het bepalen van deze waarden het proces van betekenisgeving van start. Dit proces van betekenis, gaat over de betekenis voor de consument, de consument die steeds vaker aan het roer van het communicatieproces komt te staan, aldus Van Belkom. Een belangrijk kenmerk van de huidige consument is dat hij zich steeds vaker benadeeld voelen door organisaties. Dit gevoel zorgt ervoor dat de voorkeur aan authentieke organisaties wordt gegeven. De TACTICS-methode kan gezien worden als een tactiek om de authenticiteit van een organisatie te waarborgen.
Wat opvalt aan deze tactiek is dat uit wordt gegaan van een consument die behoefte heeft aan volledige transaparantie van de organisatie en dat de organisatie aan deze verwachting moet voldoen. Door dit te stellen ga je uit van een consument die begrijpt dat er dingen fout kunnen gaan, dat bepaalde keuzes worden gemaakt die misschien nadelig zijn voor de consument, etcetera. Dat is ook wat Van Belkom stelt:
‘Deze ontwikkelingen betekenen niet dat organisaties geen fouten mogen maken. De consument beseft heus wel dat het allemaal ‘mensenwenwerk’ is. Hij wil alleen niet (langer) belazerd worden.’
(Van Belkom, 2014. p. 105)
Dit idee van de huidige consument is mooi, maar is het niet te positief gedacht? Is het niet zo dat wij als consument verwachten dat onze producenten foutloos produceren en leveren? Deze twijfels zouden kunnen leiden tot het idee dat de behoefte aan transparantie ook zou kunnen gaan over dat de consument het idee wil hebben dat er sprake is van prijs-, product- en leverancierstransparantie. Zodat ze meer overzicht en controle hebben en beter weten waar ze de kritiek moeten leveren als dat nodig is. Deze gedachtegang leidt tot de vraag of sommige informatie misschien beter verzwegen zou kunnen worden omdat het de authenticiteit in de weg zou kunnen komen te staan?
Een voorbeeld uit project ‘De Broodpater’ zou kunnen zijn onze belangen die wij hebben bij het halen van de cursus waarvoor we dit project doen. Je zou kunnen stellen dat wij het project niet alleen voor de stichting doen maar ook voor onszelf. Als we onze eigen belangen ook steeds zouden vermelden zou dit vermoedelijk af doen aan onze authenticiteit als projectgroep. Het beeld dat de mensen van ons zouden krijgen via social media zou minder authentiek zijn.
Desalniettemin is de grote rol van authenticiteit in de huidige markt terug te herkennen in ons project. De reacties via de social media zijn zeer lovend en zijn vaak gestuurd door hun waardering voor de authentieke acties van de Broodpater. Een voorbeeld van een reactie op Facebook:
‘Pater Gerrit is echt een superrr mens dat mag weleens gezegd worden .Hij doet het toch allemaal maar. En dan allemaal op zijn fiets.’
(geplaatst op: 11-05-2015)
Dat de pijlers transparent en authentic goed aansluiten bij de evolutie en de veranderende markt valt niet te ontkennen. Maar als het gaat om een methode van betekenisgeving zouden we wat dingen kunnen opmerken. Bijvoorbeeld dat het ongelimiteerde geloof in transparantie wat genuanceerd zou kunnen worden. Daarnaast zou de vraag naar betekenis van authenticiteit wat scherper gesteld kunnen worden. Wat betekent het concept? Is authenticiteit niet een marktstrategie geworden terwijl het concept eigenlijk waarde-vrij zou moeten zijn?
Dus zouden we Van Belkoms stelling moeten aanpassen? De stelling waarin hij zegt dat de TACTICS-methode gezien kan worden als een tactiek om de authenticiteit van een organisatie te waarborgen. Zou deze moeten veranderen in de TACTICS-methode kan gezien worden als een tactiek om de organisatie authentiek te laten lijken?
Literatuur Van Belkom, R. (2014) Het merk voorbij. Handboek voor identiteit en imago. Bussum: Uitgeverij Coutinho.