Hoe voeren we het project
uit? Centraal
in ons project staat de verkoop van een product: tassen. We hebben
kunstenaars benaderd om iets te ontwerpen en dichters benaderd om
iets te schrijven over 'De Broodpater' en deze creaties worden op een
tas gedrukt. De verkoop van deze kunstzinnige tassen wordt onze
manier om geld in te zamelen voor Stiching Broodnodig. Een
tweede kanaal voor het inzamelen van gelden zal de website 4Morgen
betreffen. Een derde kanaal is het gebruik van het crowdfundingsplatform one-percent-club. We zullen deze drie mogelijkheden via online en offline activiteiten wereldkundig maken. Het wereldkundig maken kent een oplopende schaal dat verbonden is met de buzz die om het project hangt: men begint bij social media, beweegt dan naar kleinere offline media, men beweegt vervolgens naar offline activiteiten die door grotere offline media worden opgepikt.
Doelgroep: We hebben voor Stichting Broodnodig een analyse gemaakt volgens de TACTIC’s methode van Van Belkom (2014). Hieruit bleek dat de huidige groep donateurs vooral bestaat uit de zogenaamde ‘outsiders’: Wat geld betreft heeft Pater Poels een aantal bedrijven die de stichting jaarlijks van een schenking voorzien. Daarnaast ontvangt Stichting Broodnodig ook schenkingen uit erfenissen van overleden sympatisanten. De trend – en dat zien we hier ook bij Stichting Broodnodig – is dat er steeds minder aan goede doelen wordt geschonken. Om dit probleem te ondervangen maken wij voor dit project gebruik van de 'niet alleen maar iets halen, maar ook iets brengen strategie'. Dit houdt in dat we niet alleen om een donatie vragen en dat daarmee de kous af is, maar dat we daar ook iets tegenover zetten. In ons geval brengen dat een tas (die eventueel uitgebreid kan worden met producten/diensten). We denken hiermee de huidige afkeer voor een donatie aan een goed doel te kunnen tackelen.
De huidige netwerksamenleving geeft ons diverse voorbeelden van geslaagde 'grassroots campagnes' en daar willen wij op inspelen. We willen ons met ons project namelijk richten op de zogenaamde 'loyalist' en de 'cheerleader' (Belkom, 2014). Deze twee groepen zijn makkelijk te bereiken via social media wesbites en gevoelig voor grassroots campagnes. Door aan de wensen van onze doelgroep te voldoen hopen we de 'gunfactor' voor ons project zo hoog mogelijk te houden en een online versie van een grassroots nestkast te creeeren. We willen dat onze doelgroep zich betrokken voelen bij ons project zodat ze veel content zullen liken en delen. Als we naar de beschrijving van van Belkom (2014) kijken dan bevindt onze doelgroep zich in de leeftijdscategorie van tussen de 20 en 45 jaar. In deze categoerie bevinden zich over het algemeen studenten en werkenden. Een belangrijk voordeel van deze twee groepen is dat we moeiteloos kunnen inspelen op hun mediagebruik. Het grootste deel van de loyalisten (82%) gebruikt namelijk ten minste één keer per dag social media én zij bevelen graag producten aan hun vrienden aan. Mocht een van deze personen kennis hebben gemaakt met ons project en hier enthousiast over zijn dan is de kans dus groot dat hij of zij dit verhaal deelt via social media. Mochten we het delen (op social media) van dit enthousiasme nou belonen volgens het halen&brengen principe, dan rolt deze grassroots campagne zich onvermoeid steeds verder uit.
Ook de cheerleaders lenen zich perfect voor onze grassroots mediastrategie. Deze groep brengt relatief de meeste tijd op social media door. Ze vertrouwen drie keer meer dan gemiddeld op de informatie van merken op websites en hun eigen sociale kanalen. Ook deze groep deelt graag hun positieve ervaringen via sociale media. De tijd die deze groep op social media – namens De Broodpater – doorbrengt kan beloont worden volgens het halen&brengen beloningssysteem. We belonen deze volger dan bijvoorbeeld met een originele Broodpatertas. Als een 'cheerleader tevreden is met deze tas, dan wordt dit ook weer door hen gedeeld! (Aandachtspunt is dat deze groep ook snel negatieve ervaringen via sociale media deelt.)
Samenvattend De overkoepelende visie van halen en brengen komt voort uit het probleem van dalende donaties en de trend van de netwerksamenleving: goede doelen 3.0 kan dan een mogelijk antwoord zijn op deze ontwikkelingen. Vanuit deze visie wprden de vier 'technieken van fondsen werving beargumenteerd: guerilla, 4morgen, verkoop tassen(crowdfunding) Deze technieken worden toegepast in een circulaire offline en online strategie: waarbij online en offline media worden ingezet om geluid te creëren, om vervolgens sociale relaties via deze media tot stand te brengen; relaties die op hun buurt weer moeten resulteren in conversie (c.q. donaties, aankopen, buzz).
Onze mediacampagne is daarnaast ook gestoeld op social media omdat we dan zelf beslissen wanneer we iets zenden. Hierover meer onder het kopje beheersplan.