Kritische reflectie op teamrollen van Belbin: In onze projectgroep zijn de verschillende teamrollen goed
uitgebalanceerd en blijken deze in de praktijk elkaar ook goed aan te
vullen (zie ook ‘procesverslag week 1).
Wel is het opvallend dat op de informatiepagina van de teamrollen
van Belbin ook de teamrol ‘specialist’ wordt genoemd. Maar in de
test wordt deze rol niet genoemd en is het dus ook niet mogelijk om
hierop te scoren.
Verder geeft de test een zeer compleet
beeld, vooral omdat niet alleen je sterktes aan bod komen, maar ook
je valkuilen. Doordat deze kwaliteiten worden doorgetrokken naar de
praktijk, namelijk een bepaalde teamrol, kan deze test een goede
aanvulling zijn op een sterkte-zwakte analyse. De test en de uitslag
is ook overzichtelijk en de lay-out (met amusante plaatjes) is erg
prettig. Wel zijn er een aantal spelfoutjes waar aandacht aan besteed
kan worden (zo bestaat het woord ‘analiserend’ niet).
Maar aan de andere kant is het wel zo dat deze test erg eenzijdig
blijft. Je krijgt namelijk te zien waar je goed in zou zijn en waar
je niet goed in zou zijn. De uitslag vermeld ook welke teamrollen je
daarom zou moeten vermijden. Maar de uitslag van de test zou veel
interessanter kunnen zijn, en ook meer inspirerend, wanneer het in
plaats hiervan zou vermelden aan welke kwaliteiten je zou kunnen
werken om ook je (nu nog) mindere rollen goed in te kunnen vullen. Op
deze manier zou je een uitdaging kunnen aangaan. Nu lijkt de uitslag
van de test de boodschap af te geven dat je vanwege de
persoonlijkheid die je hebt bepaalde rollen niet zou kunnen invullen,
terwijl sommige kwaliteiten die bij bepaalde teamrollen horen ook
goed aan te leren zijn. Zo kan een teruggetrokken persoon met wat
oefening leren om in een groep knopen door te hakken en hiermee de
rol van voorzitter aan te nemen. Maar wanneer iemand nooit deze kans
krijgt omdat alle teams alleen op basis van persoonlijkheid worden
ingericht (met het advies om bepaalde rollen te vermijden), zal deze
persoon deze kwaliteiten ook nooit kunnen leren.
Kritische reflectie op mediaprofielen:
Over het algemeen is de uitslag van de mediaprofielen test wel een
zinnige. Maar er is toch nog onduidelijkheid over hoe deze nu precies
te interpreteren. Zo lijkt de informatie die bij de profielen te
vinden is de indruk te wekken dat er een hiërarchie is, alsof een
ontwerper beter met sociale media kan omgaan dan een consument. Maar
dit hoeft natuurlijk niet het geval te zijn! Iemand die zich
bijvoorbeeld veel bezig houdt met websites bouwen, kan op sociale
media nog altijd erg inactief zijn.
Deze verwarring ontstaat ook door de vragen in de test zelf. Er
is namelijk veel aandacht voor de mate van gebruik. Zo lijkt het
alsof een persoon met veel mediagebruik ‘hoger’ zal scoren in de
test. Maar de test moet daar eigenlijk niet over gaan, de profielen
zeggen namelijk niets over de mate, maar alleen over de wijze van
mediagebruik.
Ook valt bij verschillende mensen bij hun uitslag op dat er geen
grote verschillen zijn tussen de profielen. Wellicht is het een
mogelijkheid om in de test hierin nog scherpere vragen te stellen,
vragen die het onderscheid nog duidelijker maken? Zo is bij Stefan
bijvoorbeeld de uitslag bij zowel strateeg als ontwerper 18.2%. Maar
de karakteristieken van het profiel ontwerper lezende, zou dat
profiel juist helemaal niet bij hem passen. Hier is de test dus niet
discriminerend genoeg tussen de profielen geweest.
De informatie die bij de profielen wordt gegeven is duidelijk,
informatief en soms ook erg concreet. Maar het valt op dat lang niet
alle kenmerken van elk profiel worden getest. Ook is het zo dat
sommige kenmerken wel worden getest, maar dat we die niet kunnen
invullen (bijvoorbeeld mediagebruik op het werk is niet altijd van
toepassing), maar toch gedwongen worden om dit in te vullen omdat je
anders niet verder kan. Er is namelijk geen invuloptie met ‘niet
van toepassing’.
Dit methodologisch gebrek komt in de vragen wel vaker terug. Zo
worden er verschillende vragen gesteld waarbij de
antwoordmogelijkheden niet passend zijn. Zo waren er bij sommige
vragen slechts twee antwoordmogelijkheden, waardoor de opties erg
worden beperkt. Bij andere vragen werd er om een normatief oordeel
gevraagd, terwijl dit niet bij de vraag past. Het kan handig zijn om
voor alle vragen eenzelfde antwoordschaal te bedenken, op die manier
kunnen de verschillende profielen ook beter met elkaar vergeleken
worden. Ook zou het zeer goed zijn wanneer je een nieuwe vragenronde
begint met wat ‘filtervragen’. Bijvoorbeeld de vraag of je
twitter gebruikt, zodat wanneer het antwoord nee is, je niet alsnog
alle vragen over twitter hoeft te beantwoorden (wat de resultaten van
de test ook negatief beïnvloed). Tot slot komt het ook
professioneler over wanneer de test geen spelfouten bevat.